Het verhaal dat sprookjesverzamelaar Aleksandr Afanasjev optekende draagt de titel De vuurvogel en Wassilissa, de tsarendochter.[1]
Het gaat over een dappere boogschutter op zijn sprekende paard, die een gouden veer van de vuurvogel vindt. Tegen het advies van zijn paard in, raapt hij de veer op en geeft het aan de tsaar. Die wil nu ook de vuurvogel zelf hebben en beveelt de boogschutter de vogel te vangen, anders gaat z’n hoofd er af. Het paard verzint een list en honderd zakken maïs worden uitgestrooid. De vuurvogel komt, begint te pikken en dan gaat het paard op een van z’n vleugels staan. De boogschutter (Iwan) brengt de vuurvogel naar de tsaar (Kosjej Bessmertni, ‘Oud Gebeente de Onsterfelijke’). Diens wensen zijn niet te stillen en nu verlangt de tsaar naar de mooiste vrouw van de wereld, Wassilissa. De boogschutter neemt een tent mee, lekker eten en drinken en weet zo Wassilissa te onthalen en in slaap te brengen. Hij neemt haar mee naar de tsaar, maar dan begint zíj hem opdrachten te geven: haar bruidssluier ligt nog op de bodem van de zee. De boogschutter weet echter alle problemen te boven te komen door de raadgevingen van zijn trouwe paard op te volgen. Voor zijn laatste opdracht moet hij zich in een ketel kokend water wassen. Hij overleeft het, omdat hij zich van tevoren met een speciale olie insmeert. Hij stapt zó mooi en verjongd uit de ketel, dat de tsaar dat ook wil proberen. De tsaar overleeft het echter niet. Nu kunnen de boogschutter en Wassilissa met elkaar trouwen en ze leven nog lang en gelukkig
informatie van Wikipedia